Tuinaanleg: vier tips voor beginnende tuiniers

Tuinaanleg is hot. Of het nu al dan niet aan de vreemde jaren ligt die we achter ons hebben: de aandacht voor de tuin als leef- en belevingsplek groeit. Maar hoe leg je zo’n tuin eigenlijk aan? Hoe begin je eraan en waar moet je zoal op letten? Een introductie.

1. Oriëntatie

Tuinaanleg staat en valt met oriëntatie, in elke betekenis van het woord: van je inspiratiebronnen over de functies die je wil invullen, tot de letterlijke oriëntatie van je tuin. Waar schijnt de zon? Waar waait de wind? Hoeveel ruimte is er? 

Welke elementen kun je behouden en welke moet je verwijderen? Een goed startpunt is hier wat je niet kunt veranderen. Zoek je bijvoorbeeld een zitje in de schaduw, dan bepaalt de zon waar dat plekje ligt. Ga je je tuin laten aanleggen, dan is ook het aanvragen van offertes onderdeel van je oriëntatie.

2. Ontwerp

Eens je weet waar je aan toe bent, begint het ontwerpen van de tuin. Afhankelijk van waarvoor je je tuin wilt gebruiken, dringen verschillende speerpunten zich op. Doorgaans zullen tuinarchitecten echter beginnen bij verharde elementen, zoals terrassen en looppaden. Zij bepalen grotendeels de tuinindeling. Extra aandacht gaat daarbij uit naar de functionaliteit en economie van looplijnen. Zo kun je het groen maximaliseren en vermijd je dat zogenaamde olifantenpaden je tuin gaan ontsieren.

3. Bestrating

Ook wanneer je aan de eigenlijke tuinaanleg begint, is bestrating het beste vertrekpunt. Opritten, terrassen en looppaden vragen doorgaans de ingrijpendste werken en bepalen bovendien waar je kunt beplanten. De keuze aan bestratingsmaterialen is daarbij enorm en je hoeft je ook niet tot 1 materiaal te beperken. Vaak maken de juiste combinaties de tuin net interessant. 

De meeste architecten zullen echter wel aanraden om zoveel mogelijk natuurlijke materialen te gebruiken. Zo geven antislip strips bijvoorbeeld al snel onderhoudsproblemen, die uiteindelijk toch slipgevaar opleveren. Daartegenover staan verschillende natuurlijke oplossingen die dit soort inefficiënties vermijden. Daarnaast wordt waterverwerking hier almaar belangrijker. Het heeft een groeiende impact op de keuze voor de juiste bestratingsmaterialen.

4. Beplanting

Is er bestrating, dan kun je beplanten. De standaardtip is hier om te spelen met de verschillende bloeitijden van je bloemen, kruiden en planten. Zo creëer je een veelzijdige tuin met verschillende gezichten. Voor afbakening zijn lagere en middelhoge beplantingen ideaal, terwijl bomen en hogere elementen ruimtelijkheid creëren. 

Bodemstructuur en grondsamenstelling zijn daarbij de factoren die je keuzes bepalen. Met name de zuurtegraad is van belang en laat specifieke beplantingen al dan niet toe. Je kunt deze zuurtegraad wel beïnvloeden, maar niet zonder gevolgen voor de bodemstructuur. Zo kan kalkverstrooiing bijvoorbeeld de zuurtegraad verlagen. Men drukt dit uit in pH-waarde. Neutrale gronden hebben een pH-waarde van 7. Hoe hoger de zuurtegraad, hoe lager de pH-waarde.